Scenariovorming bij verduurzaming bestaande woningen

“Je hebt elkaar nodig. Corporatie, aannemer én bewoner.”

Woningcorporatie Casade en Hazenberg hebben samen met nog drie partners de enorme opgave opgepakt om de woningvoorraad van Casade richting ‘2050’ te verduurzamen. Dat klinkt wellicht als een vooral technische exercitie, maar de dynamiek van de werkelijkheid is een stuk complexer. Casade projectmanager Pepijn van Kuppeveld en Bart Deetman, planontwikkelaar bij Hazenberg | SmartPack praten erover.

Pepijn: “Zo’n tweeënhalf jaar geleden selecteerden wij Hazenberg | SmartPack als één van de vier partners die ons helpen om ‘2050’ bereikbaar te maken. We begonnen daarna niet meteen met het vormen van scenario’s en plannen van aanpak, maar lieten eerst alle partijen kennismaken met elkaar.” Bart vult aan: “Samen in de bus op bezoek bij de verschillende projecten, leerden we elkaar meteen goed kennen. Een perfecte start.” Pepijn: “Ook voor ons, want wij zagen en zien onze totale verduurzaming echt als iets wat we als één team aanpakken. Dankzij deze informele start werd dat heel natuurlijk ook de gemeenschappelijke energie.”

De start, de stenen…

Eenmaal aan de start van het eerste cluster begon de echte opgave. Bart: “Het bepalen van het juiste scenario is altijd weer een complex proces, dat je alleen sámen goed kunt doorlopen. En dat was hier niet anders. Casade bepaalde de basisregels en schetste de achtergronden. Ze gaven bij het startgesprek aan wat het financiële kader was waarbinnen we bij het betreffende cluster moesten werken, wat hun wensen en eisen waren, en waaraan de renovatie moest voldoen. Daarna zijn wij van start gegaan met alle technische onderzoeken om de woningen en de wijk in beeld te brengen en een technisch advies te vormen voor de aanpak. Maar dat was slechts het begin. Om te komen tot het beste scenario gaat het om veel méér dan alleen de ‘stenen’.” 

Bart Deetman
Planontwikkelaar

…en de sociale component

Pepijn knikt: “Wij hebben zo’n 11.500 woningen in bezit. Om die allemaal binnen een bepaalde tijd te kunnen renoveren, hebben we onze bewoners hard nodig. Als die positief staan tegenover de renovatie en alle bijkomende esthetische keuzes, financiële consequenties, overlast en dergelijke, verloopt alles beter.” Bart: “Voor hen, maar ook voor onze medewerkers, die bij hen achter de voordeur komen werken terwijl zij er nog wonen! En zijn er binnen de clusters ook nog koopwoningen? Dan richten wij onze communicatie-inspanningen ook heel bewust op díe groep. Waarom? Omdat ook hún belangen en bezwaren invloed kunnen hebben op onze renovatieprocessen. Dit alles zorgt ervoor dat het proces en de stappen weliswaar in iedere wijk hetzelfde zijn, maar dat de invulling van de scenario’s en de communicatie zelfs per huis kunnen verschillen.” Pepijn: “Erg goed hoeveel oog en aandacht Hazenberg heeft voor deze sociale component, zonder de maakbaarheid of voortgang uit het oog te verliezen.”

Belangen wegen

Zo blijkt het renovatiewerkveld er een met veel belangen te zijn. Pepijn somt op: “Het belang van huurders en buurtgenoten, onze eigen wensen, garantie-eisen en financiële overwegingen, én de belangen van Hazenberg, die verantwoordelijk is voor de feitelijke uitvoering. Dus ja, dan kunnen er ook wel eens discussies ontstaan. Want welk belang geef je voorrang, als je huurders niet wilt laten opdraaien voor de eventuele financiële consequenties?” Bart: “Dankzij onze open manier van communiceren komen we daar gelukkig wel steeds weer goed uit.” Pepijn: “Nou, beter nog, ik vind het zelfs prettig hoe we dit soort discussies binnen het hele team niet uit de weg gaan: professioneel, maar met ruimte voor de zachte kant. Je leert elkaars overwegingen zo steeds beter kennen en begrijpen. Je snapt elkaars vragen steeds beter. Je gaat zien welke processen of culturen er op de achtergrond spelen en houdt daar rekening mee.” Bart, lachend: “Ja, het is net een verkering die uitgroeit tot een volwaardige relatie. Ik denk dat we nu zo’n beetje verloofd zijn.”

Overige invloeden

Behalve de ‘stenen’ en de sociale component zijn er nog veel meer factoren die bijdragen aan de complexiteit van scenariovorming. Pepijn: “Het eerste cluster dat we nu net hebben opgeleverd bevatte álles: technisch forse ingrepen om tot NOM te komen, veel betrokken partners over de vloer, renoveren in bewoonde staat, gespikkeld bezit, flora en fauna, biodiversiteit, circulariteit, logistieke uitdagingen en dan ook nog de uitbraak van COVID-19. Wij hadden nog niet eerder met Hazenberg gewerkt, dus het was goed om te zien hoe zij met dit alles omgingen. Al gauw kwam het project in een mooie flow en nu is iedereen het vergeten. Er staat een prachtig project, bewoners zijn heel tevreden en zelfs trots op hun wijk.”

Stuur artikel door